11 november
We worden vandaag wakker in Bangkok, het Here Hostel is vergeven van de Nederlanders en bij het ontbijt treffen we er een aantal. Het zijn allemaal jongens die alleen rond reizen in Thailand, Bangkok is voor hun allemaal het startpunt van de reis en sommigen hebben besloten een gedeelte vanaf hier samen te gaan bezoeken. Er bekruipt me een gevoel van treurigheid dat wij al bijna naar huis toe moeten. Annemijn voelt zich ook zo.
Na het ontbijt besluiten we te voet de stad in te gaan en de tempels Wat Pho en Wat Arun te bezoeken. Onderweg lopen we door een straat die vergeven is van de Boeddha winkels, dit schijnt dé plek te zijn voor de Thai om hun inkopen te doen voor de tempels die ze thuis hebben. Na een kleine 20 minuten lopen komen we aan bij Wat Pho. Om de hoek van de tempel maken we kennis met een typisch Thaise scam. Een mevrouw vraagt of we naar Wat Pho, ik antwoord bevestigend. Oh dat kan nu helaas niet, je moet vanmiddag later gaan. Ik haal m’n schouders op en loop door. Annemijn vertelt dat dat het begin van een scam is waarbij ze je willen doen geloven dat de tempel dicht is maar zij kennen een plek waar je wel heen kunt. Het eindigt meestal in een avontuur waar ze je in mee nemen wat je heel veel geld gaat kosten. De tempel blijkt overigens prima te bezoeken, ook op dit tijdstip.
Nadat we 200 baht per persoon afrekenen wandelen we de tuin van de tempel binnen. Dit complex bestaat uit allemaal kleine betegelde torentjes die allen zeer kleurrijk versiert zijn. Het valt ons op dat de tuin van de tempel ook onderdak biedt aan een ruime selectie katten. Dit complex is een van de hoogtepunten voor veel toeristen in Bangkok. Het bevat namelijk de tempel waar de liggende boeddha te bewonderen is. Die ene waar ik het eerder over had maar dan nu wel de echte. Het valt me bij binnenkomst op dat de boeddha veel groter is dan ik verwacht had. Niet alleen in lengte maar vooral ook in de hoogte. Zoals op zoveel bijzondere plekken sta je ook hier in een lange stroom van toeristen te wachten op een plekje voor een foto. Onze planning is echter zo ruim dat we daar geen problemen van ondervinden, we hebben inmmers één andere tempel te bezoeken vandaag.
Aan de achterkant van het beeld staan kleine schaaltjes opgesteld in een lange rij waarvan de boedisten geloven dat het geluk brengt als je in elk van die schaaltjes een muntje gooit. Annemijn koopt voor 60 cent een bakje muntjes en wandelt het hele rijtje af. De kunst is om er geen één over te slaan. Als ze klaar is verlaten we de tempel weer en vervolgen onze route door de tuin. De andere kant van de tuin blijkt half in staat van ontbinding/verbouwing te verkeren en die hadden we prima kunnen overslaan. Wel komen we onderweg een klasje tegen die les lijken te krijgen van een man met een microfoon. Een zeer bijzondere plek voor een school, desalniettemin lijken de kinderen zich uitstekend te vermaken.
Om bij Wat Arun te komen moeten we het water oversteken. In de aanloop naar de pier merk ik dat we allebei zeer wantrouwend zijn geworden ten opzichte van de Thai en hun tarieven. “Zul je zien dat ze hier 200 baht vragen voor de boot.” -“Nee het mag niet meer dan 30 baht kosten hoor anders is het echt onredelijk”. Het blijkt uiteindelijk nog een hele uitdaging om de boot te vinden. We komen aan bij een soort marktje waar men eten verkoopt, aan het eind van de straat wekt de bebouwing het vermoeden dat we ons in een doodlopende straat bevinden. Niets blijkt minder waar als ik een bordje “Ferry Wat Arun” tref wat ons naar binnenlokt een gangetje in. Ook hier worden vollop zaken gedaan en kun je tassen, kleding, souvenirs en eten krijgen. We lopen stoicijns door, je bent en blijft een Nederlander… Kijken kijken niet kopen. Aan het eind van de gang treffen we een klein poortje met daarachter de ferry. We worden doorverwezen naar een vrouw in een hokje die we moeten betalen voor de boot. De overtocht kost ons ieder 4 baht.
Wat Arun lijkt een drukker bezocht complex te zijn maar ik vermoed dat de krappe looproutes slechts die indruk wekken. We slaan ieder onze sarongs weer om de schouders en betreden de tempel. Er staan hier in een gebouw langs de rand misschien wel 100 gouden boeddha’s. Een uitgelezen kans voor een kleine fotoshoot. Als we na een poosje doorlopen naar de hoofd attractie van deze tempel valt deze een klein beetje tegen. Het is een grote toren waar je via hele steile trappen naar de eerste verdieping kunt lopen maar verder stelt het eigenlijk niet zoveel voor. We besluiten onze tocht voort te zetten en naar Khao San road te gaan voor een pad thai bij dat tentje van gister. Te voet door Bangkok is prima te doen qua afstanden maar voor Annemijn blijkt de werkelijke uitdaging te zitten in de hitte. Het doet haar denken aan ons bezoek aan Singapore.
De Pad Thai blijkt nog dicht te zijn en als ook het hostel nog geen eten verkoopt geven we het op en gaan even snel zitten bij de McDonalds om de hoek. We hebben een beetje haast want om half 4 start de knutselworkshop waar we ons voor aangemeld hebben. De Thai vieren vandaag het festival Loy Krathong(of iets wat daar op lijkt). Dit houdt in dat je een bloemoffer maakt wat je versiert en nadat je je wens hebt gedaan laat je het offer in het water zakken en vaart het weg over de rivier. Als je het ritueel goed uitvoert worden je zonden vergeven en krijg je de kans op geluk in je leven. We brengen een half uurtje door met het vouwen van bananenbladeren en steken deze met stokjes in een kleine schijf van een boomstam. Uiteindelijk wordt het toch nog een best mooi kunstwerk.
We hebben vervolgens nog even de tijd in de tuin van het hostel en ik raak aan de praat met een paar meiden die heel druk iemand aan het borstelen zijn. Het blijkt dat dat meisje een massage in Indonesië gehad heeft waarbij ze een enorme klit in haar haar heeft opgelopen waar ze nu al drie maanden mee rond loopt, de klit wordt met de dag erger en ook diverse haarcrèmes en veelvuldig borstelen helpt niet meer. Gelukkig voor haar zit er een meisje in dit hostel die kapster is en haar met een snelle knipbeurt voorziet van een klitvrij kapsel.
Rond een uur of vijf vertrekken we met een grote groep richting de rivier om de bloemoffers in het water te laten zakken. Via Khao San road komen we met 23 man aan bij het festival. Naast een aantal toeristen is het toch echt voornamelijk een Thaise festiviteit en ze zijn in grote getalen aanwezig. Naast kant en klare bloemoffers kun je hier ook allerlei lokale snacks krijgen. Annemijn probeert een klein blauw rond soort cake snoepje. Het blijkt te smaken naar een soort griesmeel en is veel minder zoet dan het eruit ziet.
Rond kwart over zes is het donker geworden en daarmee tijd om de kaarsen aan te steken en het offer te water te laten. We gaan eerst in een cirkel staan zodat we allemaal met het bloemoffer in onze handen nog een wens kunnen doen. Omdat het vandaag Hassan z’n verjaardag is wens ik een geweldig jaar voor hem. Als we de kaarsjes aansteken gebeurt het onvermijdelijke en alle crêpe-papier vliegt onmiddellijk in brand, Zayn overleeft de tewaterlating ternauwernood. We begeven ons terug richting het hostel en gaan in de tuin nog lekker wat biertjes drinken.
Het loopt tegen negen uur als Annemijn me hongerig aankijkt en voorstelt om naar Khao San road te gaan om te gaan eten. We weten een deel van onze groep te overtuigen om mee te gaan. We gaan op pad met twee Duitsers, twee Pakistanen en een Amerikaan. Gezien alle oorlogsconflicten wereldwijd vind ik het een zeer bijzondere samenstelling van nationaliteiten. In hostellife is dit gelukkig volstrekt normaal. We komen aan bij de Pad Thai kraam en strijken met ons zeer luidruchtige gezelschap neer op de plastic krukjes. We hebben enorm veel plezier met z’n allen en geen enkel onderwerp lijkt te gek. Zo spreken we de Duitsers over de oorlog en zij geven aan dat ze daar nog best vaak over gevraagd worden door buitenlanders. Hoe de Duitse jeugd tegen de oorlog aan kijkt. Nou hoe denk je zelf dat ze er tegen aankijken, antwoord ik. Ze moeten lachen en zeggen, nou precies dat is ook onze kijk op de zaak.
Op de terugweg naar huis passeren we wederom Khao San road. Ik weet niet of het ligt aan het festival van vandaag, of aan het feit dat het volle maan is maar de chaos is nog groter en de muziek staat nog harder dan gister. Hassan en Zayn willen nog graag ergens een emmer met rum en redbull drinken, volstrekt normaal hier overigens als ik de bordjes om me heen mag geloven. We strijken neer bij Best Bar Kim(ofzoiets) en het eerste wat Annemijn en ik doen is onze gehoorbeschermende oordoppen in pluggen. Met bescherming is het nog enigszins vol te houden en we drinken nog een drankje met z’n allen. Onze Pakistaanse vrienden shoppen nog wat bij de winkeltjes en de souvenir vrouwtjes die rond wandelen en uiteindelijk gaan we terug naar het hostel. In de tuin drinken we de allerlaatste en rond twee uur stap ik in bed. Wat een dag, maar vooral wat een avond. Bangkok valt me, volstrekt tegen de verwachting in, zeker niet tegen.