Het is nog vroeg in de ochtend als de slaapkamerdeur open gaat. Een vermoeide Annemijn stapt de kamer in met kleine fruppie op haar arm. Ze kruipen samen bij ons in het grote bed. Na een minuut of 10 vallen beide in een diepe slaap. Voor mij zit de nacht er helaas op ook al is het pas 6 uur in de ochtend. Omdraaien en verder slapen zit er niet altijd in.
Als ik tegen half 9 mijn tweede ontbijtje achter de kiezen heb is het tijd om te vertrekken. Annemijn heeft voor vandaag een leuk programma bedacht. We gaan naar le Petite Cascade de Tendon en als de tijd het toelaat dan gaan we ook nog naar le Grande Cascade de Tendon. We volgen de Google Maps route naar het kleine gehuchtje met de juiste plaatsnaam. Aangekomen in Tendon wijzen alle bordjes in onze rijrichting. Het is een toeristische trekpleister voor deze streek. Het zijn dan ook prachtige watervallen.
Er is een prachtig wandelgebied rond de twee watervallen. Het doet Annemijn en mij erg denken aan het Mullerthal in Luxemburg. Grappig, dat is al de tweede keer deze vakantie dat de omgeving ons aan het groothertogdom doet denken. Via een rotstrap vinden we een route naar beneden. Het is gelukkig erg rustig en we staan met z’n vieren onder aan de kleine waterval. We vervolgen de wandeling de brug over en vinden een weg omhoog aan de andere kant. Emmelie vindt het prachtig en die klimt en klautert de halve berg zelf omhoog.
Bij de grote waterval haal ik Emmelie uit de auto en neem haar op de arm mee in de richting van het gekletter. Annemijn maakt dankbaar gebruik van deze vrijheid door op zoek te gaan naar een route die buiten de gebaande paden ligt. Met enige schrik om het hart aanschouw ik haar geklim en geklauter aan de andere kant van het water. Emmelie is minder enthousiast over een berggeit als moeder en slaakt wat bezorgde kreetjes. Of ja, misschien is ze gewoon jaloers en wil ze ook daarheen. Mij niet gezien, ik vind het prima waar ik sta.
Als we weer terug zijn op de camping gaan Annemijn en Emmelie lekker lunchen. Ik doe nog een poging om wat slaap te vatten. Na een uurtje met slaapmasker en oordoppen in te hebben gelegen geef ik de hoop op. Dan maar wat gaan lunchen. Als ik mijn broodje achter de kiezen heb stap ik de badkamer in om me om te kleden. Tijd voor deel twee van vandaag.
Nieuwe fietskleding is een van die kleine dingen in het leven waar ik extra van kan genieten. De komst van de nieuwe racefiets was dan ook een goede reden om mezelf te trakteren op een prachtige nieuwe outfit. Na al die jaren heb ik ook eindelijk maar eens wat extra fietssokken aangeschaft. Geheel in het nieuw gestoken haal ik de fiets uit zijn stalling en stap op. Vandaag ga ik op pad en niet alleen maar de berg van de camping verkennen. Ik zet koers naar Anould. Boven aan de camping gaan we vandaag dus linksaf. Na een paar honderd meter begint de afdaling. Hoewel deze niet zo eng is als die aan de andere kant, ben ik nog steeds geen fan van dit weggetje.
Als ik heelhuids onderaan de berg aan kom strekt de weg zich voor me uit. Ik kan eindelijk op eigen kracht wat snelheid maken en weer even voelen waarom ik wielrennen zo leuk vind. Als ik het eerste dorpje voorbij ben loopt de weg glooiend omhoog. Waar je flink kunt dalen zul je ook stukken moeten klimmen. De route leidt omhoog de Col des Arrentès op. Nu zult u deze col niet direct herkennen van die drie weekse toertocht die iedere zomer als een geel lint door het Franse landschap trekt. Of dit heuveltje de term Col waard is valt over te twisten. Toch ben ik tevreden dat het me gelukt is te klimmen naar 684 meter.
Ik vervolg mijn tocht naar de Col du Plafond. Als het me lukt deze te bereiken voel ik me toch de koning te rijk. Het Plafond van de wereld beklimmen zal toch enige indruk maken op de mensen om mij heen. Ik verwacht minstens gejuich wanneer ik de top bereik. Niets van dat alles stond mij te wachten. U zult het niet geloven maar het was een verlaagd plafond. Het plafond topt op 620 meter en de volgende klim wordt gelijk maar ingezet. Ik sla rechtsaf de D8 op naar Gerbépal. De hoogtemeters van vandaag zitten er bijna op. Althans zo was mijn verwachting op dat moment. Even tijd om wat adem te halen en een slokje te drinken aan een picknicktafel.
Vanuit Gerbépal klim ik nog wat en vervolgens duiken we een fijne afdaling in. De D8 is een grotere weg waar de auto’s met enige snelheid langs zij schuiven. Ik heb in de afgelopen dagen nog altijd geen doodswens ontwikkelt dus ik kies er toch voor met enige regelmaat de remhendels ter hand te nemen. De snelheid loopt een keer op tot 48 kilometer per uur, een prima topsnelheid naar mijn mening. Deze biljartlakenspecialist heeft weinig behoefte aan meer dan dat.
Het voor opgezette plan om Annemijn te treffen in Gerardmer staat nog steeds. Het loopt tegen 15.00 uur als ik het dorp bereik. Nu ik hier toch ben besluit ik een poging te wagen om te kijken hoever ik kom op de klim naar de camping. Aan de voet van de klim lees ik een whatsappje van Annemijn dat ze Emmelie wakker gaat maken en daarna mijn kant op komt. Ik kan straks lekker de fiets achterin gooien en mee liften de berg op. Eens kijken hoever ik kom dan maar.
Met een schamele 9 km/u klim ik door de buitenwijk van het dorp. Ik kijk nog eens achterom en realiseer me dat ik toch wel blij ben met de 11-34 casette die Cube me gesleten heeft bij de aanschaf van mijn nieuwe scheurijzer. Op het vlak zal hij nimmer gebruikt worden maar hier in deze omgeving bewijst hij zich een trouwe vriend. Bocht na bocht verwonder ik me dat er nog geen zwarte Skoda Fabia tevoorschijn komt. Na een blik op de telefoon kom ik tot de conclusie dat ik al bijna bij de haarspeldbocht ben waar ik zondag nog omgekeerd was. En vanaf die bocht weet ik dat ik de energie heb om op eigen houtje de camping te bereiken. Zou het dan toch?
Met de legendarische woorden “je ziet er niet eens bekaf uit” word ik opgewacht. Ook hier geen gejuich, ik voelde dezelfde verbazing die nu voor uw geestesoog langstrekt. Toch blijkt mijn lieftalige aanstaande wel zeer zeker onder de indruk van mijn avonturentocht. Je bleef maar gaan! Ik spring tevreden onder de douche om het verzamelde vuil en zweet van me af te spoelen.
Het avondeten bestaat uit een smakelijke pasta met rode saus en mozzorella. Omdat het tijdens de boodschappen is gaan regenen besluiten we het in ons huisje te koken. Emmelie heeft sterkere verlangens om aan mama vast te plakken dus José neemt de keukendienst op zich. Ik mag uitrusten en daar maak ik dankbaar gebruik van. Na het eten raast Emmelie nog wat uit waarna ze heerlijk naar bedje toe gaat. Annemijn en ik gaan nog een spelletje doen, of redden we dat vandaag weer niet. De tijd zal het leren. Straks lekker slapen, daar heb ik zin in!