3 november
Ik word tegen half 6 wakker door het geklets van de onderburen. Kennelijk moeten zij er een paar haltes eerder uit. Ik kijk even in het reisschema hoe ver we zouden moeten zijn. Als we bij de halte aankomen hoor ik de speaker van het station verkondigen dat we in Chumporn zijn. Volgens schema zouden we daar om kwart over 4 passeren en het is toch echt al 6 uur. We hebben dus een behoorlijke vertraging opgelopen en kunnen het wel vergeten dat we om 7 uur in Surat Thani zijn. Ik ben wel blij dat ik nog redelijk wat heb kunnen slapen in de trein. Het ging hier een stuk beter dan in het vliegtuig. Het is inmiddels 8 uur als we Chaiya binnenrijden. Nog een half uur volgens het schema. De jonge groep duitsers in de bedden achter ons snappen er niks van. Ik vertel ze de stand van zaken in verrassend vloeiend Duits. Ik had er geen idee van dat ik dat zo snel voor handen had. Zou het komen doordat ik de film Bankier van het Verzet in bed aan het kijken was?
In Surat Thani ontstaan direct bij het uitstappen al balinese tafrelen en worden we begroet door zeer enthousiaste taxichauffeurs en boekingskantoren. Annemijn laat zich verleiden en heeft op een goed moment twee boekingskantoortjes aan de haak geslagen. De beide concurrenten laten zich niet zomaar het kaas van het brood eten en beginnen zelfs aan mij te trekken. Uiteindelijk belanden we verrassend snel voor 150 bath p.p. in een mini van die ons met bloedspoed naar Ban Takhun brengt. De klok slaat 20 over 9 als we ons hotel binnenstappen. Gelukkig kunnen we zonder moeite inchecken en zegt het meisje niks over de inchecktijd van 14.00. De kamer die we krijgen heeft een mountainview zoals beloofd en een airco ipv de beloofde ventilator. Tevreden zoemt de machine tot leven en koelt in rap tempo ons nieuwe onderkomen naar een prettige 25 graden.
We bekijken onze mail en moeten blijkbaar nog wat zaken regelen voor de tour in het park. We vragen de vrouw van de receptie om informatie en ze gaat druk met haar telefoon in de weer. Ik krijg haar telefoon in handen gedrukt en hoor de voicemail van de organisatie. We spreken een boodschap in en besluiten later nog even te mailen. Na wat contact over de mail doen we de aanbetaling en krijgen we door dat we om half 10 opgehaald worden bij ons hotel morgen. Ah dat is fijn, hoeven we dat niet meer zelf te regelen.
We brengen een groot deel van de ochtend en middag door met luieren in het hotel en gaan ook even zwemmen. Annemijn verkondigt dat ze dacht dat we hier wel aan toe waren waarop ik iet wat sarcastisch antwoord: Je bedoelt dat we moesten bijkomen van dat super chille hostel waar we het rustig aan gedaan hebben? Dat moet ze dan ook wel weer toegeven. Hoewel deze dag in het schema overbodig lijkt te zijn genieten we er niet minder om.
In de middag vragen we bij de receptie of ze een taxi voor ons kan bellen. Ze kijkt ons vragend aan en zegt dat het 1 kilometer is en dat we beter kunnen wandelen. Toch belt ze een taxi en geeft het tarief door. 200 bath (6 euro). Dat zijn verdorie gewoon Nederlandse prijzen… Oke dan gaan we wel lopen. Na nog geen 400 meter rijdt er een auto achter ons aan en die biedt een lift aan naar het centrum, dankbaar stappen we achterin. Ban Takhun is een plaats die vrijwel geen toeristen lijkt te ontvangen. De uitdaging die hiermee gepaard gaat is dat we belanden bij een restaurantje met een kaart in het Thais zonder plaatjes. Met handen en voeten maken we duidelijk wat we willen en binnen de kortste keren staat er kip, varken, rijst en noodles op tafel. Dit wordt aangevuld met cola en we gaan eten. Hoewel Annemijn het spannend vindt eet ze toch lekker mee.
We maken nog een wandeling door het dorp. Rond de tempel is er een kleine markt waar nog allerlei kraampjes eten verkopen. Vis op stok bijvoorbeeld, waarom het op een stok zit is me onduidelijk maar de Thai eten schijnbaar wel meer eten van een stokje af. De locals kijken ons vaak aan met een blik van: Wat doen die nou hier? Stilletjes vragen wij ons hetzelfde af. Het is dat de tour door het park vanuit hier start maar anders is er ook echt niets te doen in dit dorp. De wandeling naar huis bevat nog een kleine beloning omdat ze durfde mee te eten. We halen een klein frietje voor Annemijn bij de KFC. Om terug te komen bij ons hotel moeten we een stuk langs de proviciale snelweg lopen. Mijn nekharen gaan toch wel overeind staan als de auto’s met honderd in het uur voorbij razen. Bij thuiskomst doen we weer precies zoals de rest van de dag, niksen op het balkon van het hotel, waren we aan toe.
De dag van morgen komt vanzelf wel.